Gehemeltespleet
Als een baby  (ook) een gehemeltespleet heeft, is borstvoeding bijna onmogelijk. Sommige moeders kiezen dan voor kolven.

Door de open verbinding tussen mond- en neusholte is het vormen van een vacuüm onmogelijk. Daarom maakt de baby een bijtbeweging (bijtreflex) met zijn kaken en drukt hij met zijn tong de melk uit de speen. Baby’s met schisis duwen vaak hun tong in de gehemeltespleet waardoor het lastiger is om de speen op de goede plek te houden.

Soms kost het voeden van een baby met schisis meer tijd. Rechtstreeks lichamelijk contact tijdens de voeding, waarbij je elkaar ook kunt aankijken, is voor ouders en kind fijn. Als uw kind goed rechtop zit, kan de zwaartekracht ook zijn werk doen.

Voedingsplaat

Een voedingsplaat is een op maat gemaakte kunstharsplaat voor de bovenkaak van de baby die de schisis van kaak en verhemelte gedeeltelijk afdekt. Hierdoor wordt de bovenkaak weer ‘compleet’ gemaakt waardoor een platform ontstaat waar de speen van de Special Need Feeder  precies in past. Het is nu voor de baby makkelijker om met de tong voeding uit de speen te zuigen/drukken. Hierdoor verloopt de voeding beter en sneller en vermindert het meeslikken van lucht. Download /_library/42988/ 

                                

De Special Needs Feeder

Met de Special Needs Feeder kunnen bijna alle baby’s met iedere vorm van schisis drinken. Uw baby slikt de minste lucht mee omdat het hevelsysteem zorgt voor een altijd gevulde speen.
De Special Needs Feeder is (in losse onderdelen) te koop bij de Thuiszorgwinkels.

De speen past ook op gewone flessen met een smalle hals, maar niet op flessen met een brede hals, zoals die van de merken Avent en Dodi.

 

                                                                                                                 

Lucht mee slikken

Doordat uw baby geen vacuüm kan maken in zijn mond, slikt hij meer lucht mee tijdens de flesvoeding. Hierdoor kan de maag al snel als gevuld voelen en zal uw kind stoppen met drinken. De lucht in de maag en darmen vormt gas dat krampjes en buikpijn geeft.

Om krampjes te verminderen, is twee a drie keer boeren tijdens de voeding, verstandig. Het kan zijn dat er dan voeding meekomt, ook door de neus. Dit is vervelend maar zeker niet pijnlijk. Maak de mond af en toe schoon met een gaasje. Wanneer uw baby vaker in een grote straal spuugt, neem dan contact op met het schisisteam.

Darmkrampjes

Veel pasgeboren baby’s hebben darmkrampjes. Meestal zijn die rond zes weken het ergst en rond drie tot vier maanden zijn ze vaak weer voorbij. Uw baby is dan onrustig en huilerig na de voeding. Bij kinderen met schisis kan ook te veel lucht meeslikken een oorzaak zijn.

Als een baby teveel of juist te weinig voeding krijgt, kan hij ook darmkrampjes krijgen. Vraag eventueel advies bij het consultatiebureau over de hoeveelheid voeding.

Vermoeidheid

U wilt natuurlijk dat uw baby voldoende drinkt en daardoor duurt een voeding soms 30-45 minuten; eigenlijk is dit te lang omdat uw baby (en u ook) dan weinig rust krijgt tussen de voedingen door. Vaak is het in het begin proberen wat het juiste (drink)ritme is.

Om vermoeidheid te voorkomen en het meeslikken van lucht zoveel mogelijk te beperken, kunt u bij iedere zuigbeweging van uw baby, zachtjes mee knijpen in de speen.

Verslikken

Als uw baby moeite heeft met het coördineren van de melkstroom, er teveel melk in zijn mond komt of omdat hij veel lucht meeslikt, kan hij zich verslikken. Het is ongevaarlijk. Belangrijk is zelf rustig te blijven.

Kauwen

Een baby kan kauwen vanaf 7 à 8 maanden. Doordat baby’s vaster voedsel gaan eten en speelgoed in de mond steken, vermindert de gevoeligheid in de mond. Geef uw kind dus ook veilig speelgoed om dit te stimuleren. Uw kind geeft het vaak zelf aan; hij bijt overal op.
Als een kind later begint met het eten van vast voedsel dan deze leeftijd, duurt het vaak veel langer voordat hij hieraan went. U kunt de richtlijnen voor het geven van voeding volgen van het consultatie bureau. Het beste is dat u iedere dag wat ‘oefent’. Dan verbetert de techniek het snelst. Uw kind kan moeite hebben met stukjes in de voeding. Laat hem hier langzaam aan wennen. Probeer vaste voeding op een moment dat uw kind trek zal hebben.

Enkele tips:

  • Een eerste stap kan zijn om het warme eten steeds wat grover te maken
  • Geef kleine beetjes tegelijk
  • Laat uw kind zelf zitten in een kinderstoel of wipstoeltje of neem hem op schoot
  • Als het voedsel in de neus gaat, geef hem dan iets te drinken
  • Bij verslikken en hoesten kan een kind ook gaan spugen
  • Bij benauwdheid kunt u met uw pink het voedsel achter uit de mond halen

U kunt uw kind ook tussendoortjes geven:

  • Babykoekjes
  • Cracotte
  • Broodkorst